Het christelijke huwelijk – Elim

NIEUWS

Het christelijke huwelijk

Gijs van den Brink, 2012
Gepubliceerd in Studiebijbel magazine 6.1

De laatste tijd was de bekende Amerikaanse ethicus Stanley Hauerwas verschillende keren in het nieuws met pittige uitspraken over het huwelijk. Ik noem er een paar: ‘Christenen weten niet waarom ze trouwen of wat het huwelijk is’. ‘Er is geen reden voor een zelfstandig huwelijksrecht, de kerk moet zelf zorg dragen voor wat zij beschouwt als het huwelijk’.
Nu wil ik niet ingaan op de historische oorsprong van het huwelijksrecht of de relatie kerk – staat, maar een kort overzicht geven van de kenmerken van het christelijke huwelijk.
De betekenis van het christelijke huwelijk staat in onze seculiere samenleving voortdurend onder druk. Andere vormen zoals bijvoorbeeld homofiele relaties en samenlevingscontracten krijgen veel aandacht. Temeer reden om de kenmerken van het huwelijk zoals we die in het NT tegenkomen onder de loep te nemen. Met name Jezus (Matt.19) en Paulus (1Kor.7; Ef.5) hebben er uitvoerig over gesproken.

 

Seksuele gemeenschap

Laten we beginnen met kenmerken te noemen die breed bekend zijn. In de eerste plaats is dat de seksuele liefdesdaad. In Mat.19:5 haalt Jezus Gen.2:24 aan. ‘En Hij [de Schepper, vs 4] zeide: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen en die twee zullen tot één vlees zijn.’ Deze woorden van Mozes zijn een openbaring van de Heer en kunnen daarom als woorden van God aangehaald worden. Aanhangen (of aankleven) is een uitdrukking voor de blijvende eenheid (ook geestelijk en emotioneel) die man en vrouw gaan vormen. De seksualiteit (en het eventuele gevolg: het krijgen van kinderen) is hiervan een belangrijk onderdeel. Jezus zegt: ‘de twee zullen tot één vlees zijn. Zo zijn zij niet meer twee, maar één vlees’ (vs.5b,6). De geslachtsgemeenschap is het meest algemene kenmerk van het huwelijk. Seks wordt ook wel in allerlei andere relaties buiten het huwelijk bedreven, maar God heeft de seksuele relatie beperkt tot het verband van het huwelijk. Er is dus sprake van een beperking of inperking van de natuurlijke seksuele behoefte. Wij hebben als mens ook vóór het huwelijk en buiten het huwelijk behoefte aan seks. Daarom kan het christelijke huwelijk niet gebaseerd worden op behoefte. Waar dat wel gebeurt is het een oorzaak van veel leed.

 

Een leven lang trouw

Vervolgens zegt Jezus (Mat.19:6): ‘Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.’ Omdat hij dit zegt naar aanleiding van de woorden uit Gen.2:24 spreekt hij over het monogame huwelijk. Daarmee hebben we een tweede belangrijk kenmerk. Het huwelijk is een leven lang durende relatie van trouw tussen één man en één vrouw.
Ook dit aspect dat man en vrouw elkaar een leven lang trouw blijven is geen vanzelfsprekendheid. Deze trouw wordt in onze tijd dan ook op grote schaal geschonden. Ook het kenmerk ‘trouw’ geeft aan dat het christelijk huwelijk niet gefundeerd kan worden in de menselijke behoefte. Evenals bij de seksuele relatie betekent ook de door de Heer gevraagde trouw een inperking van onze (door de zonde gestempelde) natuurlijke behoefte. Wie alleen trouwt uit persoonlijke behoefte, loopt hier vroeg of laat tegenaan. Het christelijke huwelijk is monogaam en heeft vanwege haar inperking van ’s mensen behoeften ascetische aspecten.

 

Een hulp voor elkaar

Naast de ascetische aspecten komt ook de inhoudelijke waarde van het huwelijk ter sprake.
Wanneer Jezus vanuit Gen.2:24 zegt dat een man zijn vrouw zal aanhangen of aankleven, dan is dit een uitdrukking voor de algehele en blijvende eenheid, ook geestelijk en emotioneel, die man en vrouw gaan vormen. Het is de invulling van wat in Gen.2:18 staat: ‘De Here God sprak: ‘Het is niet goed dat de mens alleen blijft. Ik ga een hulp voor hem maken die bij hem past.’
Het woord ‘hulp’ of ‘helper’ is een algemeen woord dat op zich geen hogere of lagere positie aangeeft. De vrouw past aanvullend bij de man en heeft een gelijkwaardige positie. Het woord komt vaak voor in de Psalmen voor de hulp die God aan gelovigen geeft (bv. Ps.121-1-2) en kan zowel materieel als geestelijk zijn. Het is dus geen specifieke ‘hulp’ die uitsluitend bij het huwelijk hoort. Ook een vriend of vriendin kan je helpen en bij je passen.
Een prachtige beschrijving van deze vriendschappelijke hulp vinden we in Prediker 4:9-12:
‘Je kunt beter met zijn tweeën dan alleen zijn, want – dat is zeker – samen zwoegen loont. Wanneer twee vrienden samen zijn en een van beiden valt, helpt de ander hem weer overeind, maar wie alleen is en ten val komt is beklagenswaardig, want hij heeft niemand die hem op de been helpt. Wanneer je bij elkaar slaapt, geef je warmte aan elkaar, maar hoe krijgt iemand die alleen slaapt het ooit warm? En iemand die alleen is kan zich niet verdedigen wanneer hij aangevallen wordt, maar met zijn tweeën houd je stand. Een koord dat uit drie strengen is gevlochten, is niet snel stuk te trekken.’
Twee of drie mensen die elkaars hulp zijn maken het leven goed. In de context van het huwelijk betekent dit dat een gezin warmte en sfeer in het leven brengt. Samen leven biedt veiligheid en bescherming. Allemaal prachtige vruchten, maar is het voldoende voor een christelijk huwelijk? Vriendschappen of een gezond gemeenteleven bieden dit ook. Voordat we verder gaan, eerst een paar opmerkingen over het verschil tussen het Oude en het Nieuwe Verbond.

 

Verschil OT en NT

In het Oude Testament is voortplanting een belangrijk doel van het huwelijk. We lezen meteen al in Gen.1:27-28a ‘God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep Hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep Hij de mensen. Hij zegende hen en zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je gezag’.
Het bevolken van de aarde is van belang. En voor het volk Israël is het zekerstellen van een geheiligd nageslacht belangrijk. Dit blijft in het Oude Verbond het eerste kenmerk. Daarom wordt kinderloosheid in het OT als een grote schande ervaren, als een oordeel van God (bv. 2Sam.6:20-23). Het is wel van belang op te merken dat het ‘wees vruchtbaar’ niet in de eerste plaats een opdracht is, maar de inhoud van de zegen die God over de eerste mens uitspreekt. Vruchtbaar zijn is geen opdracht (kan ook niet), maar een zegen.
Sinds de komst van Christus is het Evangelie ook naar de heidenen gekomen. Het volk van het Nieuwe Verbond bezit geen land op aarde en wordt ook niet gevormd door natuurlijke geboorte, maar door geloof en bekering. Daarom staat in het NT niet de voortplanting centraal in het huwelijk, maar de geestelijke relatie en eenheid. Bovendien is in het NT het huwelijk minder een vanzelfsprekendheid dan in het OT.

 

Huwelijk als keuze

We citeerden al dat Jezus zegt: ‘Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen één zijn.’ Het huwelijk is een geestelijke band en het begin van een nieuw gezin. Een man zal zijn ouders verlaten om zich te binden aan zijn vrouw. Het verlaten moeten we niet zozeer opvatten als verlaten in ruimtelijke zin, maar meer in de betekenis van zelfstandig worden ten opzichte van vader en moeder. De huwelijksverhouding is een nieuwe en inniger relatie, die in de plaats komt van de oude familieband.
Het huwelijk is geen vanzelfsprekendheid. Er zijn twee wegen. Zowel Jezus als Paulus noemt naast trouwen ook de mogelijkheid van het ongehuwd blijven voor de Heer. Jezus zegt:
‘er zijn gesnedenen, die zichzelf gesneden hebben, ter wille van het Koninkrijk der hemelen (Mat.19:12c). Jezus bedoelt het ‘snijden’ niet letterlijk in de zin van castreren, maar geestelijk. Met andere woorden, het betreft personen die vrijwillig afzien van het huwelijksleven, om zich volkomen te wijden aan het Koninkrijk van God (bv. Paulus, vgl. 1Kor.7:7, 32-34).
Deze tweede mogelijkheid relativeert het huwelijk. Het huwelijk is niet de enige weg, er zijn twee gelijkwaardige wegen.
Bovendien zegt Jezus dat er na de opstanding uit de doden niet meer gehuwd zal worden.
‘Immers, in de opstanding huwen zij niet en worden zij niet ten huwelijk genomen, maar zij zijn als engelen in de hemel.’ (Mat.22:30). Zij die afzien van het huwelijk omwille van het Koninkrijk, zoals Jezus en Paulus, hebben in zekere zin al een voorschot op het volmaakte ontvangen. Het huwelijk hoort bij deze wereld, niet bij de toekomstige.
De conclusie is dat het NT het huwelijk relativeert. Het is niet meer de enige en noodzakelijke weg tot geluk, maar een van de mogelijkheden. Het is een keuze, maar niet zomaar een keuze, het is ook een roeping.

 

Huwelijk als roeping

Dat het huwelijk een roeping is, stelt Paulus in 1Kor.7:7 ‘Ik zou wel willen, dat alle mensen waren, zoals ikzelf. Maar iedereen heeft van God zijn bijzondere gave, de een deze, de ander die.’

Paulus stelt duidelijk dat onthouding en celibatair leven gaven (charismata) van God zijn.
Hoewel hij wel zou willen dat iedereen leefde zoals hij, is het zo dat een ieder zijn eigen bijzondere gave heeft. De één, zoals hijzelf, heeft de gave om zich te onthouden van een huwelijk en ongehuwd te blijven. Maar een ander heeft weer een andere gave. In onze context is het waarschijnlijk dat Paulus, naast het ongehuwd blijven omwille van de Heer, doelt op het huwelijk, op een liefdevolle en gepaste wijze omgaan met zijn of haar levensgezel (zie vs.3-5). Het christelijke huwelijk is een gave, waarvoor je een genadegave nodig hebt.
Maar waartoe zijn wij dan geroepen in of met ons huwelijk? Daarover spreekt Paulus in het prachtige gedeelte van Ef.5

 

Huwelijk als getuigenis

We citeren twee verzen uit de passage in Ef.5:
‘Mannen, heb uw vrouw lief, zoals ook Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft.’ (Ef.5:25)
‘Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen één zijn. Dit geheimenis is groot, maar ik spreek met het oog op Christus en op de gemeente.’ (Ef.5:31-32)
Hiermee zijn we aangeland bij de kern van het christelijke huwelijk. Het huwelijk als getuigenis van de liefde van Jezus en de eenheid met Zijn gemeente. Paulus noemt de relatie van man en vrouw in het huwelijk een groot geheimenis, omdat deze verbondenheid een afspiegeling is van hét grote geheimenis, namelijk de innige verhouding tussen Christus en Zijn gemeente (Ef.3:4-6; Kol.1:26,27).
De unieke relatie tussen Christus en Zijn gemeente mag en moet dan ook voor christenen steeds het voorbeeld zijn in huwelijksrelaties.
Bij elkaar passen en zelfs elkaar aanvullen zijn niet voldoende voor een christelijk huwelijk. Het gaat in het huwelijk van christenen in wezen om de eer van Jezus Christus. Wanneer we dit getuigenis op het oog houden zal ons huwelijk gebouwd zijn op vaste grond, op een Rots, en niet op het drijfzand van wisselende gevoelens.
Het christelijke huwelijk zoals God dat heeft bedoeld is niet louter een natuurlijke zaak. Menselijke liefde voor de ander en de mogelijkheid van een seksuele relatie delen wij met alle mensen, maar deze zijn onvoldoende als bouwsteen voor een christelijk huwelijk.
Een door God gegeven huwelijk wordt het meest gekenmerkt door volkomen trouw en een afspiegeling van de opofferende liefde van Jezus Christus. Deze kenmerken zijn van nature niet bij ons aanwezig en zijn een gave, maar dat niet alleen. Het is gave en opgave. We zijn ook geroepen deze trouw en dit getuigenis uit te leven. Het christelijke huwelijk is een roeping, een gave, een geheimenis, een getuigenis.
Het is niet zo dat huwelijk en gezin alleen maar een natuurlijke behoefte vormen. Voor een christen zijn ze evenzeer en in de eerste plaats een opdracht. Huwelijk en gezin zijn een even geestelijke zaak als de gemeente. Het gezin is ten diepste de kleinste gemeente. Jezus zei:
‘Waar twee of drie samen zijn in mijn naam, ben Ik in het midden’ (Mat.18:20).

Print Friendly, PDF & Email

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *